De EU-taxonomie is sinds dit jaar van kracht en verplicht grote beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 werknemers om bekend te maken in hoeverre hun activiteiten voldoen aan de duurzaamheidscriteria van de taxonomie. Het kader wordt geleidelijk uitgebreid en zal naar verwachting binnen afzienbare tijd verplicht worden voor grote ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de nieuwe CSRD vallen. Hier leest u wie erdoor wordt getroffen en hoe, wat u te wachten staat met de nieuwe reeks regels en hoe u zich kunt voorbereiden op de EU-taxonomie.

Wat is duurzaam? Een complexe vraag, waarvan het antwoord essentieel is om een duurzame economie tot stand te brengen en te voldoen aan de doelstellingen van de EU-Commissie om van Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken tegen 2050. Met de taxonomie heeft de EU-Commissie nu een beoordelingsbasis gecreëerd om transparante beslissingen op weg naar duurzaamheid mogelijk te maken. Bedrijven zullen nu verplicht worden om hun economische activiteiten op een transparante en vergelijkbare manier bekend te maken en zo bij te dragen aan een snelle transformatie van de economie.

Inhoud van de EU-Taxonomie

De EU-Taxonomie (EU) 2020/852 beoordeelt de duurzaamheid van economische activiteiten op basis van objectieve criteria. Deze criteria werden in een raadplegingsproces door technische deskundigen vastgesteld. Daarbij is overeenstemming bereikt over zes milieudoelstellingen:

  • Klimaatbescherming,
  • aanpassing aan de klimaatverandering
  • duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen,
  • Overgang naar een circulaire economie,
  • voorkoming en bestrijding van verontreiniging, en
  • Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.

Om als duurzaam te worden beschouwd, moet een economische activiteit een significante bijdrage leveren aan deze klimaat-/milieudoelstellingen en mag zij geen significante schade toebrengen aan andere doelstellingen. Bovendien moet aan sociale minimumnormen worden voldaan.

De specifieke criteria zijn vastgelegd in de zogeheten gedelegeerde handelingen bij de EU-taxonomie. De gedelegeerde handelingen maken van de taxonomie een flexibel stuk wetgeving dat kan veranderen en steeds restrictiever zal worden op basis van de objectieve criteria die in de gedelegeerde handelingen zijn vastgelegd. Dit is de enige manier om de klimaatdoelstellingen te bereiken en de economie in staat te stellen zich voortdurend aan deze doelstellingen aan te passen.

De eerste twee gedelegeerde handelingen (beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering) zijn reeds gepubliceerd. De gedelegeerde handeling is hier te vinden:

Gedelegeerde verordening van de Commissie

Bijlagen:

Bijlage I

Bijlage II

De vier andere gedelegeerde handelingen zullen spoedig volgen en in 2023 in werking treden.

Overigens vallen niet alle economische activiteiten onder de Taxonomieverordening en de gedelegeerde handelingen. Dit komt omdat prioriteit wordt gegeven aan economische activiteiten die het meest kunnen bijdragen aan de respectieve milieudoelstellingen. De eerste gedelegeerde handeling is gericht op klimaatdoelstellingen (aanpassing aan en matiging van de klimaatverandering) en omvat daarom activiteiten die het belangrijkst zijn voor het verminderen van broeikasgasemissies en het verbeteren van de klimaatbestendigheid.

Dit betekent echter niet dat de EU-taxonomie irrelevant is voor bedrijven die niet in de betrokken sectoren actief zijn. Dergelijke bedrijven kunnen de taxonomie gebruiken om de duurzaamheid van ingekochte producten te garanderen en profiteren van de eenvoudigere financiering van investeringen die aan de taxonomie voldoen.

Tip: De EU-Commissie heeft het zogenaamde"EU Taxonomy Compass" op het internet beschikbaar gesteld. Dit hulpmiddel is bedoeld om het voor gebruikers gemakkelijker te maken toegang te krijgen tot de inhoud van de taxonomie.

Welke ondernemingen moeten volgens de taxonomiecriteria van de EU rapporteren?

Momenteel vallen grote beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 werknemers onder de EU-taxonomie. Zij moeten rapporteren of en in welke mate hun economische activiteiten onder de EU taxonomie vallen en of zij aan de duurzaamheidscriteria voldoen. De zogeheten richtlijn niet-financiële verslaglegging (Richtlijn 2013/43/EU) bepaalt voor welke ondernemingen de rapportageverplichting precies geldt. Deze richtlijn wordt momenteel herzien en zal de richtlijn duurzaamheidsverslaglegging voor ondernemingen (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD) worden. Wij hebben het voorstel voor de nieuwe CSRD hier voor u samengevat .

Wanneer de CSRD in werking treedt, zal de duurzaamheidsrapportageverplichting geleidelijk worden uitgebreid tot alle grote ondernemingen (beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd) en later tot alle beursgenoteerde ondernemingen, ongeacht hun omvang, inclusief het mkb. Ondernemingen van elke omvang, ook kleine, kunnen de EU-taxonomie echter gebruiken om aan beleggers en belanghebbenden in het algemeen uit te leggen of zij duurzame activiteiten verrichten of plannen die op de taxonomie zijn afgestemd. Informatieverstrekking is alleen verplicht voor grote ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de richtlijn CSR vallen.

Banken vallen nu al onder de rapportageverplichting en moeten publiekelijk verslag uitbrengen over hun beleggingsactiviteiten. Indirect heeft dit ook gevolgen voor alle ondernemingen die voor hun financiering afhankelijk zijn van banken. Ten slotte zullen banken steeds meer uiteenlopende gegevens van hun cliënten verlangen om aan hun eigen rapportageverplichtingen te voldoen.

De taxonomie in de praktijk

Enerzijds is de invoering van de taxonomie gericht op financiële marktpartijen. Door een uniforme definitie van duurzaamheid te geven, geeft de taxonomie hen de zekerheid dat ze werkelijk investeren in duurzame economische activiteiten (ook al kan men zeker twisten over de definitie van gas en kernenergie als duurzaam - maar daar willen we het hier niet verder over hebben). Dit voorkomt effectief dat aanbieders van financiële producten in Europa aan "greenwashing" doen, d.w.z. financiële producten als duurzaam op de markt brengen die dat volgens de gangbare opvatting van duurzaamheid niet zijn.

Aan de andere kant worden ondernemingen in de reële economie door de taxonomie beïnvloed, in eerste instantie de ondernemingen die al aan niet-financiële rapportageverplichtingen zijn onderworpen. Deze ondernemingen krijgen in 2022 te maken met aanvullende informatieverplichtingen voor het verslagjaar 2021. Zij zullen de naleving van de taxonomie moeten bekendmaken met betrekking tot bepaalde operationele cijfers, zoals de omzet en, indien van toepassing, de investeringskosten. Op die manier kunnen beleggers hun duurzaamheidsinspanningen beter vergelijken.

De verdere gevolgen van de taxonomie zijn in sommige gevallen nog moeilijk in te schatten en zullen in het proces worden beïnvloed door politieke factoren en marktkrachten. De volgende implicaties moeten in gedachten worden gehouden:

Zoals reeds aan de orde is gesteld, is het effectmechanisme van de taxonomie in de eerste plaats gericht op financieringsvoorwaarden voor ondernemers: Als een bedrijf op geloofwaardige wijze aantoont dat een bepaald deel van zijn verkopen of investeringen voldoet aan de taxonomie, moet dit worden waargenomen door financiële actoren die bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen nastreven en leiden tot meer investeringen in het betreffende bedrijf. Op deze manier kunnen duurzame bedrijven profiteren van gunstigere financieringsopties en diversificatie van hun financieringsbronnen.

In het algemeen is het ook mogelijk dat bedrijven die in lijn met de taxonomie opereren, profiteren van een betere reputatie en dat hieruit een concurrentievoordeel wordt gehaald.

Groene EU-obligaties en klimaatobligaties - Relevantie voor de taxonomie

Bovendien zouden bedrijven in de reële economie die investeringen plannen die een substantiële bijdrage leveren aan bijvoorbeeld een milieudoelstelling, in de toekomst voor financieringsdoeleinden gebruik moeten kunnen maken van financiële producten die aan de taxonomie voldoen. De EU ontwikkelt hiertoe de EU-norm voor groene obligaties. Certificatie van klimaatobligaties is al beschikbaar en zal volgens de EU voldoen aan de eisen van de EU-norm voor groene obligaties. Alle belangrijke informatie over de certificering van Climate Bonds vindt u hier.

Mogelijke toepassing van de taxonomie aan de hand van het voorbeeld van een cementfabrikant

Ontdek hoe de taxonomie specifiek van invloed is op bedrijven in deze verhelderende casestudy van het Duitse federale ministerie van Economie en Klimaatbescherming:

Een cementfabrikant met meer dan 500 werknemers is verplicht aan te geven hoe zijn economische activiteiten zich verhouden tot de taxonomie. Het bedrijf produceert uitsluitend cement in zijn vijf cementfabrieken, waarbij elke fabriek evenveel produceert en elk 20% bijdraagt aan de omzet van het bedrijf. Twee van de vijf fabrieken stoten gemiddeld minder dan 0,489 ton CO2 uit bij de productie van één ton cement, wat onder de drempelwaarde ligt voor de milieudoelstelling "klimaatbescherming" die in het TEG-verslag wordt vermeld (vanaf 2020). De onderneming moet nu aantonen dat deze twee cementfabrieken niet significant in strijd zijn met een van de vijf andere milieudoelstellingen (DNSH-principe). Terwijl één fabriek geen van de vijf andere milieudoelstellingen significant schaadt, is de andere fabriek gevestigd in een gebied met een precaire watersituatie, waar in de zomer regelmatig watertekorten optreden. De cementproduktie in deze fabriek is derhalve schadelijk voor de derde milieudoelstelling, het duurzaam gebruik van watervoorraden. De cementonderneming voldoet ook aan alle minimumbeschermingsmaatregelen (b.v. de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen) voor haar werknemers. Bijgevolg zou de produktie in één van de vijf fabrieken en dus 20% van de omzet van de onderneming aan de taxonomie voldoen.

Bovendien is een van de cementfabrieken van dezelfde onderneming gelegen in de buurt van een riviermonding waar overstromingen kunnen voorkomen. De onderneming wil 1,5 miljoen euro gebruiken om de bescherming tegen overstromingen en met name het afwateringssysteem van de fabriek te verbeteren. Op die manier draagt zij bij tot de tweede milieudoelstelling "Aanpassing aan de klimaatverandering". De installatie van het verbeterde afwateringssysteem zal geen significante inbreuk vormen op een van de vijf andere milieudoelstellingen. Het bedrijf geeft hiervoor obligaties uit ter waarde van 1,5 miljoen euro en kan zijn investering volledig als taxonomieconform rapporteren.

Zie: https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Schlaglichter-der-Wirtschaftspolitik/2020/09/kapitel-1-6-sustainable-finance-taxonomie.html

Hoe kunnen bedrijven zich voorbereiden op de EU-taksonomie
?

Alle ondernemingen, of ze nu nu of later met de rapportageverplichting te maken krijgen, hebben er baat bij om de juiste gegevensbasis voor de taxonomiebeoordeling door de EU te creëren. Om de juiste gegevens en informatie beschikbaar te hebben, is een goed begrip van de EU-taxonomie nodig. Alle EU-informatie over dit onderwerp vindt u hier.

Bedrijven die momenteel geen duurzaamheidsverslagen opstellen, worden aangemoedigd te overwegen verslag uit te brengen. Verwacht wordt dat de CSRD-verordening vanaf 2023 alle grote ondernemingen tot rapportage zal verplichten, ongeacht of zij beursgenoteerd zijn en zonder de huidige drempel van 500 werknemers. De CSRD-commissie stelt ook voor om de reikwijdte van de rapportageverplichtingen uit te breiden tot beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen, met uitzondering van beursgenoteerde micro-entiteiten, maar met vereenvoudigde normen. Alle belangrijke informatie over het CSRD-voorstel vindt u hier.

Wat DQS voor u kan doen

Als AA1000-erkende certificatie-instelling biedt DQS externe verificatie voor uw duurzaamheidsrapporten (GRI, Global Compact, ISO 26000, ...). De externe verificatie van uw verslag certificeert de transparantie en geloofwaardigheid van uw rapportage en geeft alle belanghebbenden de zekerheid dat uw verslag een nauwkeurige en volledige weergave is van uw duurzaamheidsprestaties. Meer informatie vindt u hier.

Uitgevende instellingen van obligaties profiteren van het gebruik van normen en labels om duurzame obligaties te identificeren. Dit geeft beleggers een ongekend inzicht in de duurzaamheid van een belegging. DQS is wereldwijd geaccrediteerd voor de verificatie van Climate Bonds. Hier vindt u alle belangrijke informatie over de standaard.

Auteur
Constanze Illner

Constanze Illner is onderzoeks- en communicatiemedewerker op het gebied van duurzaamheid en voedselveiligheid. In deze functie houdt zij alle belangrijke ontwikkelingen op dit gebied in de gaten en informeert zij onze klanten via een maandelijkse nieuwsbrief. Ook modereert zij de jaarlijkse Sustainability Heroes conferentie.

Loading...