Tot dusver zijn slechts enkele bedrijven verplicht om op bindende basis verslag uit te brengen over het effect van hun bedrijfsactiviteiten op de mensenrechten en het milieu. In Duitsland vallen slechts ongeveer 550 kapitaalmarktgerichte bedrijven onder het toepassingsgebied van de wet inzake niet-financiële rapportage, de zogenaamde CSR-RUG. Binnen de EU zijn slechts ongeveer 11.700 bedrijven verplicht niet-financiële informatie openbaar te maken op grond van de in 2014 aangenomen MVO-richtlijn. De nieuwe EU Sustainability Reporting Directive (CSRD), die de CSR-richtlijn onder de NFRD vanaf 1 januari 2024 zal vervangen, luidt een nieuw tijdperk in. Hieronder leest u welke drempels bepalen of bedrijven hiermee te maken krijgen en hoe het tijdschema eruit ziet.
Het doel van de nieuwe CSRD is "het natuurlijk kapitaal van de EU te beschermen, in stand te houden en te verbeteren en de gezondheid en het welzijn van de burgers te vrijwaren van milieurisico's en -effecten". Om deze doelstellingen te bereiken, wordt de groep bedrijven waarvoor rapportageverplichtingen gelden, onder meer meerdere malen uitgebreid. Alleen al in Duitsland zullen in de toekomst tot 15.000 bedrijven onder de richtlijn vallen. Binnen en buiten de EU zal deze nieuwe rapportageverplichting gelden voor maximaal 50.000 bedrijven, waarbij de invoering van de uitgebreide rapportageverplichtingen in de tijd zal worden gespreid.
Voor welke bedrijven zal de CSRD vanaf wanneer gelden?
De eerste bedrijven die ermee te maken krijgen, zijn de bedrijven die al onder de MVO-RUG vallen. Dit zijn grote ondernemingen in de zin van het Duitse Wetboek van Koophandel (HGB), die op de kapitaalmarkt zijn gericht en jaarlijks gemiddeld meer dan 500 werknemers in dienst hebben, alsmede kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen die aan de laatste twee criteria voldoen. Deze ondernemingen moeten hun jaarverslag voor het verslagjaar 2024 opstellen volgens de nieuwe verslaggevingsnormen en het in 2025 publiceren.
Vanaf 1 januari 2025 geldt de uitgebreide rapportageverplichting dan ook voor alle andere grote naamloze vennootschappen alsmede kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen die voorheen niet onderworpen waren aan rapportageverplichtingen in de zin van de MVO RUG, mits zij op de balansdatum aan ten minste twee van de volgende drie kenmerken voldoen:
- Balanstotaal: ten minste 20 miljoen euro
- Netto-omzet: ten minste 40 miljoen euro
- Gemiddeld ten minste 250 werknemers gedurende het boekjaar.
Deze ondernemingen moeten hun verslag over het boekjaar 2025 in 2026 opstellen en publiceren in overeenstemming met de nieuwe vereisten.
Voor kapitaalmarktgerichte kleine en middelgrote ondernemingen, de zogenaamde kmo's, en niet-complexe kredietinstellingen alsmede captive (her)verzekeringsmaatschappijen gelden de vereisten vanaf 1 januari 2026, met verplichte verslaglegging in 2027.
Uitgesloten van de beursgenoteerde kmo's zijn de zogenaamde micro-entiteiten. Dit zijn ondernemingen die op de balansdatum aan ten minste twee van de volgende drie kenmerken voldoen:
- Balanstotaal: maximaal 350.000 euro
- Netto-omzet: maximaal 700.000 euro
- Gemiddeld maximaal 10 werknemers gedurende het boekjaar.
De beursgenoteerde KMO's krijgen, wegens hun kleinere omvang, beperktere middelen en rekening houdend met het moeilijke economische klimaat ten gevolge van COVID-19, ook de mogelijkheid om gedurende een overgangsperiode van twee jaar vrijgesteld te worden van rapportering. Daartoe moeten zij in hun bestuursverslag kort toelichten waarom zij nog niet aan hun verplichting kunnen voldoen. Als een dergelijke kmo zich voorlopig laat vrijstellen van rapportage, moet zij haar eerste verslag over het verslagjaar 2028 in 2029 publiceren.
De MVO-richtlijn voor buiten de EU gevestigde bedrijven.
Om een gelijk speelveld voor EU- en niet-EU-bedrijven te creëren, geldt de duurzaamheidsrapportage ook voor groepen met moedermaatschappijen die buiten de EU zijn gevestigd. Deze niet-EU-bedrijven zullen vanaf 01.01.2028 onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen als zij een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro binnen de EU genereren en een grote of op de kapitaalmarkt gerichte dochteronderneming in de EU hebben. Als aan deze voorwaarden is voldaan, is de dochteronderneming, die optreedt namens de moedermaatschappij met zetel buiten de EU, verplicht in 2029 voor het eerst een - in geval van twijfel verkort - duurzaamheidsverslag te publiceren.
Dezelfde verplichting geldt voor filialen van bedrijven of groepen met zetel buiten de EU indien hun netto-omzet in het voorgaande jaar meer dan 40 miljoen euro bedroeg.
In beide bovengenoemde gevallen moeten de ondernemingen of groepen echter in elk van de laatste twee jaren een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro op het grondgebied van de Unie hebben behaald.
Indien de dochteronderneming of het filiaal niet aan haar rapportageverplichting kan voldoen bij gebrek aan toegankelijke informatie, moet in het verslag worden vermeld dat de buiten de EU gevestigde moedermaatschappij de nodige informatie niet heeft verstrekt.
Anders zijn dochterondernemingen waarvan de moedermaatschappij op het grondgebied van de Unie is gevestigd, vrijgesteld van rapportage; dit geldt echter niet voor grote, op de kapitaalmarkt gerichte dochterondernemingen. Als er een aanzienlijk verschil bestaat tussen de risico's en de gevolgen daarvan bij de moedermaatschappij en de dochteronderneming, moeten de risico's en gevolgen van de dochteronderneming afzonderlijk worden vermeld in het groepsbeheersverslag van de moedermaatschappij.
Meer informatie over de CSRD
Wat betekent de Corporate Sustainability Directive (CSRD) voor mijn bedrijf? Lees onze blogpost voor meer belangrijke informatie over duurzaamheidsrapportage onder de CSRD.
Hoe DQS u kan ondersteunen
DQS is uw partner bij de externe verificatie van duurzaamheidsverslagen. Vanaf 2023 zal onze Duitse dochteronderneming CFS trainingen aanbieden over CSRD en duurzaamheidsrapportage volgens de ESRS-normen. Na de inwerkingtreding van de CSRD zullen wij vanaf 2025 externe audits uitvoeren van duurzaamheidsverslagen die zijn opgesteld volgens de ESRS-normen. Wij bieden ook gap assessments voor de ESRS-normen.
Neem gerust contact met ons op voor vragen of om toekomstige projecten te bespreken.
Uw partner voor externe assurance van duurzaamheidsverslagen
Ontdek hier hoe een externe audit werkt.
DQS-nieuwsbrief
Michael Wiedmann
Van juni 2017 tot december 2020 was Michael Wiedmann compliance-advocaat in het kantoor Frankfurt van Norton Rose Fulbright. Daarvoor bekleedde hij gedurende twee decennia uiteenlopende managementfuncties bij METRO Group; waaronder Chief Compliance Officer, Senior Vice President Public Affairs, Head of Corporate Development/ General Manager, General Counsel en Company Secretary. Hij heeft uitgebreide ervaring op het gebied van compliance, governance en bedrijfsaangelegenheden, die hij inbrengt in het adviseren van zijn cliënten, met name bij de ontwikkeling en opzet van compliance managementsystemen. Naast zijn betrokkenheid bij het German Institute for Compliance e.V. (DICO) als co-voorzitter van de CSR/Human Rights werkgroep, publiceert Michael Wiedmann regelmatig over de thema's mensenrechten en klokkenluiden. Bovendien is hij lid van het uitvoerend comité van de Duitse Wettbewerbszentrale in Bad Homburg, die oneerlijke handelspraktijken bestrijdt.